Het allereerste Nederlandse boek van Caitlin O’Connell is nu overal beschikbaar. Ben jij benieuwd wat we van dieren kunnen leren over onszelf? In dit fascinerende boek omschrijft O’Connell tien lessen die mensen van dieren kunnen leren. Ze leefde zelf jarenlang tussen de wilde dieren.
‘Caitlin O’Connell biedt een verrukkelijke tour door het dierenrijk waar we de rituelen in gevechten, spel, verleiding, groeten en rouwen ontdekken.’ – Frans de Waal
Of bestel het e-book.
Wilde rituelen van Caitlin O’Connell bevat tien lessen die mensen van dieren kunnen leren over samenleven, verbinding en onszelf. Het is een fascinerend boek dat de dierenwereld dichter bij ons brengt. O’Connell vertelt welke rituelen dieren volgen als ze elkaar begroeten, verleiden of als ze rouwen. Het gemeenschapsgevoel van zebra’s, olifanten en chimpansees leert ons wat in onze op het individu gerichte samenleving hard nodig is. Dieren leren ons te leven. De auteur woonde jarenlang tussen de dieren: Jane Goodall meets Frans de Waal.
Ik had veel aan mijn hoofd toen ik terugreed naar de waterpoel van Mushara, mijn olifantenobservatiepost in de noordoostelijke hoek van het Etosha National Park in Namibië. Ik keer daar al dertig jaar steeds in juli terug om olifanten te bestuderen. Etosha is een van de grootste nationale parken van Afrika met een oppervlakte van meer dan 22.015 vierkante kilometer en zo’n drieduizend olifanten.
Ik was in gedachten verzonken en had mijn blik op de stoffige horizon gevestigd. Plots stonden er twee grijze kolossen midden op de krijtachtige calicheweg, zich niet bewust van het voertuig dat met grote snelheid op hen afstoof.
Ik trapte keihard op de rem en week uit om een botsing met twee van de grootste landwezens ter wereld te voorkomen. Vlak voor me wierpen twee olifanten die per se weer samen wilden zijn een grote wolk wit stof op.
Ik was inmiddels al een uur te laat en wilde graag terug naar de observatiepost voor wat ik ‘het olifantenuur’ noem – het moment waarop de familiegroepen olifanten zich bij de waterpoelen beginnen te verzamelen. Dat moment valt ergens tussen vier uur ’s middags en ongeveer twee uur ’s nachts. Als mijn team en ik onze catalogus voor de identificatie van individuele
olifanten wilden kunnen samenstellen, moesten we foto’s nemen voor de zon onderging.
Toen het stof was neergedaald, zag ik dat deze reuzen twee van mijn favoriete olifanten waren, Knob Nose en Donut, genoemd naar hun opvallendste lichamelijke kenmerken. De eerste had een enorme wrat op haar slurf. De tweede had een heel groot gat midden in haar oor dat deed denken aan het gat in een donut. Ze waren van weerszijden van de weg gekomen en toen ze elkaar zagen, haastten ze zich om elkaar te omhelzen, maar nu versperden ze mij de weg met hun rituele begroeting.
Terwijl ze daar tegenover elkaar stonden, hieven de olifanten hun kop hoog boven hun schouders en flapperden snel met hun oren. Vervolgens tilde Donut haar slurf op en liet een daverend gebrul horen, bijna alsof er zojuist iets vreselijks was gebeurd. Omdat ik al zo lang wilde olifanten observeerde, wist ik dat dit geluid niet meer dan een uiting van hevige opwinding was.
Caitlin O’Connell is schrijver en fotograaf. Aan de Harvard Medical School is zij onder andere autoriteit op het gebied van het gedrag van olifanten. Wilde rituelen is haar eerste boek in het Nederlands.