Als evenwichtskunstenaar balanceer ik tussen beperkingen en mogelijkheden

‘Femke Krijger laat ons zien hoe uit onze angsten kracht valt te putten. In De evenwichtskunstenaar voert zij ons mee op een ontdekkingstocht naar troost en schoonheid in een verdwijnende wereld. Dit is een boek vol moed en verbijsterend wijze inzichten, vol liefde en hoop, die iedere lezer gesterkt zal achterlaten.’  – Arthur Japin

Femke Krijger heeft het syndroom van Usher. Door deze progressieve ziekte verliest ze haar zicht en gehoor – en daarmee het leven zoals ze dat kent, als jurist, moeder en echtgenote. Maar ze gaat verder. Na een gitzwarte periode van toenemende beperkingen leert Krijger haar andere zintuigen versterken. Vanuit een diep verlangen het leven ten volle te leven ontdekt ze een manier van waarnemen waarin ze meer verbonden is met de wereld dan ooit.

“Iedereen heeft beperkingen en maakt verlies mee in zijn leven. We zijn vaak erg gericht op dat een plek geven en dan doorgaan, alsof het er niet meer is. Als je te maken hebt met levend verlies, dat wil zeggen chronisch, progressief verlies, dan kun je het niet wegstoppen. Het verlies blijft aandacht vragen. Zo zijn er elke dag momenten dat ik geconfronteerd word met hoe weinig ik zie en hoor. Het verlies zal nooit achter me liggen. Dat betekent dat het verlies meer verweven moet worden met de rest van mijn dagelijks leven. Maar hoe doe je dat?

Het beeld van de evenwichtskunstenaar heeft me daarin heel erg geholpen. Het was voor mij een radicaal keerpunt, omdat het de sterke nadruk op het negatieve aspect van mijn beperkingen veranderde. Mensen bewonderen een evenwichtskunstenaar, omdat hij gaat waar zij nooit gingen: hoog in de lucht balanceren op een touw en proberen er niet vanaf te vallen. Doodeng. Door mezelf als evenwichtskunstenaar te gaan zien, ontstond er ruimte voor mijn kracht, mijn aanpassingsvermogen, mijn moed, kortom, mijn mogelijkheden. En die heb je nodig als je elke dag leeft met heftige beperkingen. En wanneer ik dan eens van dat touw afdonder, wat natuurlijk gebeurt, zeker in het begin, is dat niet zo erg meer. Ik oefen immers om een goede evenwichtskunstenaar te zijn en daar hoort vallen en opstaan bij. Ik balanceer tussen mijn beperkingen en mijn mogelijkheden.”

Hoe ga je om met de frustratie als iets niet lukt?

“Als ik doe alsof ik niet gefrustreerd ben, blokkeer ik iets in mezelf. Ik voel echt dat ik dan iets afsluit en daar heb ik last van, want dat gaat ten koste van mijn afstemming op de buitenwereld. Daarom probeer ik niet te lang met die frustratie te blijven rondlopen, maar die actief te ontladen. Dan neem ik een douche of ik ga een stuk wandelen.

Het kan soms frustrerend zijn als ik te veel heb gedaan op een dag, dan reageren mijn ogen en oren direct. Ik heb dan nog meer last van flitsen of hoge pieptonen dan normaal. Inmiddels weet ik dat ik kan leunen op mijn andere zintuigen om het op te vangen. Vooral mijn tastzintuig. Wanneer ik praat, voel ik bewust de stoel waarop ik zit. Ik ben blij met mijn kopje thee en de warmte die het afgeeft. Ook als ik in gesprek ben met iemand zorg ik voor extra oriëntatie door bijvoorbeeld dichtbij een muur te staan. Het zijn allemaal tactiele signalen die me helpen om in verbinding te blijven met de wereld.”

‘Ik oefen om een goede evenwichtskunstenaar te zijn en daar hoort vallen en opstaan bij’

Naast dat je moest accepteren dat je blind en doof wordt, moest je ook accepteren dat je de dingen die bijdragen aan jouw identiteit niet meer kunt doen zoals je ze deed. Hoe ga je daarmee om?

“Dagelijkse dingen als fietsen kan ik niet meer alleen. Of als ik achter de computer zit, ben ik de muis nog vaak kwijt, terwijl ik een belachelijk grote muisknop heb geïnstalleerd, geloof me. Ik ervaar inderdaad dat ik een stukje van mijn identiteit verlies als ik dingen die ik graag doe niet meer kan doen. Toen ik mijn droombaan als jurist bij de Hoge Raad verloor, raakte ik een belangrijk deel van mijn toenmalige identiteit kwijt en kwam in een diepe depressie. Daar vertel ik ook over in het eerste deel van mijn boek.

Tegelijkertijd geloof ik heel erg dat we als mens altijd op zoek zijn naar expressie van wat in ons leeft. Als je een stukje van je identiteit verliest, is dat niet opeens anders. De essentie is voor mij dat ik de oorspronkelijke vorm, zoals mijn werk of zelfstandig fietsen, moet loslaten. Vervolgens doe ik een stapje terug en kijk naar wat voor mij echt belangrijk is. Wat wil ik tot uitdrukking brengen en waarin kan ik zijn wie ik ben? De truc is om daar steeds weer een nieuwe vorm voor te zoeken. Zo probeer ik nog steeds mensen te ondersteunen bij knopen doorhakken, al doe ik dat als massagetherapeut natuurlijk wel iets anders dan als jurist. Ik geloof dat het leven wil stromen en er zijn heel veel verschillende manieren om daaraan bij te dragen.

Natuurlijk is het eng als je een stukje van je identiteit verliest. Je hebt het gevoel dat jij verloren bent. Dat is niet zo, de vorm is verloren. Dat proces is moeilijk en soms heel verdrietig. Dat blijft het ook. Levend verlies dwingt je om die cyclus van rouw en verandering steeds opnieuw te doorlopen. Ik heb die cyclus zelf nu meerdere keren doorgemaakt. Het wordt niet minder heftig, is mijn ervaring, maar ik ben er wel minder bang voor, omdat ik weet dat het goed komt. Onze veerkracht als mens is echt ongelooflijk. Daar durf ik nu meer op te vertrouwen.

Dat is wat ik in mijn boek deel. Het is mijn verhaal van heelheid, hoe ik mezelf terugvond door bij de brokstukken van mijn leven te gaan zitten. Ik ontdekte dat diep in de rouw verborgen grond ligt, waar ik op kon staan. Ik ontdekte dat waarneming zoveel meer is dan zien en horen.”

Benieuwd geworden naar het boek? Bestel hem dan hier.


Wil je vaker op de hoogte worden gehouden van interessante boeken, acties en interviews? Meld je dan aan voor onze nieuwsbrief!