Amishi Jha over ‘Peak Mind’

We missen 50% van ons leven, maar hebben het niet door. Waarom? Omdat we er met onze aandacht niet bij zijn. Het idee dat we zo’n groot deel van ons leven mislopen is vrij schokkend. Daarom gingen we in gesprek met de Amerikaanse neurowetenschapper Amishi Jha. Zij onderzoekt al meer dan 20 jaar hoe we onze aandacht kunnen verbeteren. In haar laboratorium testte ze verschillende cognitieve technieken op mensen die onder hoge druk staan, zoals militairen, brandweerlieden, topsporters en rechters. In haar boek Peak Mind deelt ze voor het eerst de resultaten van haar baanbrekende onderzoek.
Door: Gene O’neill

In je boek schrijf je dat 50% van ons leven aan ons voorbij gaat, dat is choquerend. Hoe kan dat?

“Dat is inderdaad verrassend, maar er is ontzettend veel bewijs voor. Wat ik ermee bedoel is dat de helft van de tijd die we wakker zijn onze aandacht niet is gericht op waar we mee bezig zijn. We vroegen onze respondenten via een app op willekeurige momenten van de dag: ‘wat ben je aan het doen of waar ben je mee bezig?’ Dan lazen ze bijvoorbeeld een boek, schreven ze een verslag of in conversatie. En de tweede vraag die ze gesteld kregen was: ‘waar ligt je focus?’ en in maar liefst 50% van de gevallen lag hun aandacht niet bij waar ze mee bezig waren. Toen deden we dezelfde onderzoeken in het laboratorium, en met precies dezelfde resultaten. Ongeveer de helft van de tijd dwalen we met onze gedachten.”

Je hebt een laboratorium in Miami. Hoe lang doe je al onderzoek en waar doe je onderzoek naar?

“Ik ben al 20 jaar neurowetenschapper en in mijn laboratorium doe ik onderzoek naar het aandachtssysteem. Dus is het voor ons erg interessant wanneer onze gedachten afdwalen. Dat betekent in feite dat je je niet concentreert waar je op wil. Daarbij doen we met name onderzoek naar de hersenen; hoe neurale netwerken daarbij betrokken zijn en hoe de hersenen op prikkels reageren. We maken gebruik van technieken zoals functionele MRI (fMRI) en meten de hersengolfactiviteiten. We willen weten hoe de aandacht werkt, wat het kwetsbaar maakt en tot slot hoe we de aandacht kunnen verbeteren en beschermen.”

In je boek bespreek je wat als krypotniet voor onze aandacht kan zijn.

“Net als dat Superman zijn superkrachten uitgeschakeld worden door kryptoniet, zijn er dingen die onze aandacht in de weg zitten. We kunnen er zoveel dingen door, meer dan alleen concentreren. Zonder aandacht zouden niet eens kunnen nadenken of ideeën uitwerken, of emoties voelen en reguleren. Aandacht is écht een soort superkracht, maar daarbij hoort ook dat er grote consequenties zijn wanneer de aandacht gekaapt wordt. Dat kan door dingen zoals stress; overweldigende gevoelens zoals de ervaring dat er meer gevraagd wordt van je dan je lichaam, geest of hersenen toe in staat zijn. En dreiging. Niet alleen fysieke dreiging, maar ook psychosociale bedreigingen waarbij bijvoorbeeld de reputatie op het spel staat. En tot slot een slecht humeur. Deze drie mentale toestanden hebben negatieve uitwerking op de aandacht en putten deze uit.”

Ik nam altijd aan dat dit digitale tijdperk waarin wij leven extra belastend was op onze aandacht en dat in vroegere tijden mensen geen aandachtsproblemen hadden, maar in het boek zeg je dat dit van alle tijden is. Dat mensen altijd al problemen hebben gehad met zich concentreren.

“We zijn geneigd te denken dat we leven in de meest uitdagende tijd ooit, maar of dat klopt weet ik niet. Wel weet ik dat de mens al vele duizenden jaren kampt met afleiding. De hersenen zijn ontworpen om afgeleid te zijn, het is geen ontwerpfout maar eerder een ontworpen functie. Als iedereen altijd in hyperfocus zou zijn, zouden we dingen over het hoofd zien. Denk aan een opkomende storm, of loerende roofdieren, dingen waar onze prehistorische voorouders op moesten letten. Dat onze aandacht niet altijd aan één ding vastklampt, is eigenlijk voordelig. Uiteraard lijkt het digitale tijdperk onze aandacht niet te helpen aangezien we altijd bereikbaar zijn. En in feite zijn veel sociale media en apps ontworpen om onze aandacht vast te houden en een product te maken van onze aandacht, wat het erg lastig maakt ons ervan te ontkoppelen. De tijd waarin we leven stelt ons zeker op de proef, maar mijn punt is meer dat onze aandachtsproblemen niet weg zouden gaan als we ons ontdoen van onze technologie.”

Wat ik opvallend vond aan de testgroepen in je onderzoeken, en dan doel ik niet op de boeddhistische monniken, is dat we deze groepen maar zelden associëren met mindfulness. Zoals militairen, brandweerlieden, rechters, mensen die werken onder zeer stressvolle omstandigheden. Hoe is dat zo gekomen?

“De dingen die onze aandacht in de weg zitten, zoals stress, dreiging en een slecht humeur – waar ieder mens mee te maken krijgt in zijn leven – zijn in sterk gekoppeld aan de invullingen van sommige beroepen. Beroepen waarbij we in geen geval willen dat mensen hun aandacht verliezen. Iemand van de brandweer, of een chirurg, daarbij willen we nooit dat ze afgeleid raken tijdens hun werk. Zij moeten onder zulke zware omstandigheden werken. Uiteindelijk namen we de taak op ons om militairen mindfulness-trainingen aan te bieden. Daarbij zagen we al snel, na vier weken, resultaten als verbetering in de aandacht, een stabieler humeur en verminderde stress. Dat waren bemoedigende resultaten, dat de aandacht net als het lichaam te trainen is, om te beschermen en ook te verbeteren.”

Denk je dat er minder mensen zouden lijden aan veelvoorkomende mentale problemen, zoals depressie, angststoornissen of burn-out als meer mensen hun aandacht trainen?

“We weten bijvoorbeeld dat wanneer mensen die dingen ondergaan, hun aandacht eronder lijdt. Als je aandacht verstoord is, neemt de kans toe dat je vergissingen maakt. Ook verhoogt het de kans dat je blijvend stress en depressie blijft ervaren. Dan kun je in negatieve spiraal terechtkomen. Er is veel onderzoek gedaan waaruit blijkt dat mindfulness-training  stress en burn-out en symptomen van depressie verminderd. Ook neemt ons psychologisch welzijn na zo’n training toe. In de onderzoeken die ik doe blijkt alsmaar meer dat dit te relateren is aan onze aandacht. Een verbetering in aandacht ligt ten grondslag aan die positieve veranderingen na een mindfulness-training.”

Je geeft ook een hoop praktische adviezen. Zo zouden 12 minuten per dag al voldoende zijn om je aandacht te kunnen verbeteren.

“Dat klopt. We wilden een minimale effectieve dosis vinden. Na acht jaar onderzoek kwamen we tot de conclusie dat er al na 12 minuten oefening een significant effect optreedt. Toch zou ik iedereen die zijn aandacht wil verbeteren op deze manier, aanraden rustig aan te beginnen – niet meteen beginnen met twaalf minuten per dag. Net zoals we bij fysieke oefeningen fysieke fit blijven, kunnen we mindfulness zien als een manier om psychisch en mentaal fit te blijven.”

Is er één mindfulness oefening die je zelf het liefste doet?

“In Peak Mind zijn er vier oefeningen opgenomen. Het meeste haal je volgens mij wel uit de oefeningen wanneer je ze allemaal een kans hebt gegeven. Ik doe er twee bijzonder vaak. Een die ik in het boek de ‘vind je zaklamp oefening’ noem – in het boek vergelijk ik een soort aandacht met een zaklamp – waarbij je niet alleen je aandacht concentreert, maar echt leert begrijpen waar we onze aandacht op richten zodat we onze aandacht kunnen verplaatsen wanneer we afgeleid zijn. Een andere oefening die ik erg graag doe noem ik de ‘verbindings-oefening’. Het is een manier om onszelf iets goeds te wensen, zoals gezondheid, of veiligheid. Het is een manier om ons eraan te herinneren dat we onze aandacht moeten richten op wat belangrijk is voor onszelf en alles dat we doen.”

Benieuwd geworden naar Peak Mind naar aanleiding van het interview? Bestel het boek hier.


Luister hier naar De Ten Have Podcast aflevering met Amishi Jha (Engels).