Flitsrecensie: Veroordeeld tot succes

Prijzen, awards, bekers en bokalen: er schijnen er steeds meer van te komen. Niet alleen in de kunsten en de literatuur, maar ook in de sport en zelf de beroepssector. En schijnt zelfs een ‘Nederlands Kampioenschap Parketleggen’ te bestaan.

In Veroordeeld tot succes fileert de Trouw-journalist Peter Henk Steenhuis de kennelijk onontkoombare behoefte aan winnaars, en vooral de drang om zelf één van die winnaars te zijn. Waarom eigenlijk?, zo vraagt hij zich af. Waarom zijn we er niet tevreden mee gewoon rustig ‘gemiddeld’ te blijven? Hij laat zich daarbij inspireren door een keur van denkers en interviewt een resem ervaringsdeskundigen uit het professionele veld. Het antwoord is even genuanceerd als ongrijpbaar. We willen eigenlijk beide, rustige tevredenheid én amechtig succes, maar weten dat niet goed te combineren.

Steenhuis’ boek balanceert op de rand tussen geestelijke verdieping en management-achtige daadkracht en het resultaat is een goed voorbeeld van praktische wijsheid. Niet dat hij de menselijke dubbelheid pretendeert op te lossen: een aanmatiging die nu juist zou lijden aan wat het boek bekritiseert. Hij kiest eerder voor wat de Italiaanse filosoof Gianni Vattimo een ‘zwak’ antwoord zou noemen: het gesprek waarin ruimte is voor het exploreren van iemands ware ambities, ook of juist wanneer die niet spectaculair zijn.

Is dat wereldschokkend? Nee. Heb je er wat aan? Ja. Wijsheid ligt vaak in een klein hoekje. En is ironisch bovendien. Want in weerwil van alle prijzenkritiek, heeft Veroordeeld tot succes alles in zich om zowel in de sectie ‘spiritualiteit’ als ‘management’ het ‘Boek van het Jaar’ te worden.