Vanessa Umboh komt op voor de tienduizenden kinderen in Rotterdam die in armoede leven. Met haar stichting Stem zonder Gezicht zet ze deze grootschalige armoede op de politieke agenda en organiseert ze veel activiteiten. Moeder van 40.000 kinderen vertelt ten diepste hoe moeilijk het is om echt iets te veranderen in de samenleving, maar dat dat geen reden is om helemaal niets te doen. Vanessa’s verhaal biedt lessen voor mensen die willen leven voor hun idealen. In dit interview vertellen armoede-activist Vanessa Umboh en schrijver en journalist Jasper van den Bovenkamp waarom juist dit zo belangrijk is.
Door: Sanne Peters
Vanessa: “In mijn ideale wereld groeien kinderen vrij, blij en gezond op en krijgen ze alle mogelijkheid om hun volle potentieel te ontwikkelen. Anders gezegd: hun rechten worden geëerbiedigd. Bij voorkeur groeien ze op in een betrokken en liefdevolle gemeenschap waar ze gezien en gestimuleerd worden, waar ze een luisterend oor vinden wanneer ze het even niet meer weten of een betrokken schouder om tegenaan te leunen.”
‘Als je als kind opgroeit in armoede, wordt je veel ontzegd.’
Vanessa: “Ik ga wel eens met de kinderen naar een mooi sportpark. Ze weten dat het een park is waar alleen maar rijke kinderen komen. Dan vragen ze aan me: ‘maar mag ik hier wel zijn?’ Dat raakt me. Dingen die voor andere kinderen zo vanzelfsprekend zijn, zijn dat niet voor hen. Zij vinden het uitzonderlijk dat ze op plekken mogen zijn die voor ieder kind weggelegd zouden moeten zijn. Helaas hebben ze een stichting als Stem zonder Gezicht nodig die dat voor hen mogelijk maakt. Ieder kind heeft recht op dezelfde kansen in het leven en dat wordt mijn kinderen door armoede ontnomen. Als je als (klein) kind opgroeit in armoede, weet je niet beter of ‘zo is het leven nu eenmaal’. Je hebt niet in de gaten dat jou als kind veel wordt ontzegd: een ontbijt voordat je naar school gaat, met je vriendjes mee zwemmen na schooltijd, een vrolijke en zorgeloze moeder. Een gezin in armoede moet dagelijks, onder stressvolle omstandigheden, zien te overleven. Ouders zijn daardoor niet altijd in staat om hun kinderen de aandacht te geven die ze nodig hebben.”
Waarom is compassie zo belangrijk voor een kind?
Vanessa: “Eigenlijk zenden we als maatschappij de boodschap naar deze kinderen uit dat ze niet echt meetellen, dat ze niet dezelfde rechten hebben. Er heerst een taboe op armoede. Hierdoor delen kinderen hun situatie niet met anderen. Sterker nog, ze verzinnen vaak leugentjes om het te verbloemen. Naast dat kinderen dus de boodschap krijgen dat ze niet meetellen, kampen ze met schaamtegevoelens en dat heeft enorm veel impact op hun zelfbeeld en zelfvertrouwen. Dit kan leiden tot terugtrekking en opstandig gedrag, waardoor deze kinderen dan ook nog eens veroordeeld worden. In de hulpverlening leerde ik dat achter het gedrag dat wij veroordelen vaak pijn, angst, verdriet, teleurstelling of wantrouwen schuilgaat. Wanneer daar onvoldoende liefdevolle en begripvolle aandacht van ons volwassenen voor is, hebben we een negatieve invloed op de manier waarop een kind de wereld leert ervaren. De perceptie zal al vroeg worden gedomineerd door angst en wantrouwen. Dat moeten wij allemaal niet willen.”
Wat hopen jullie met het boek te bereiken?
Jasper: “Ik hoop dat dit boek inspiratie biedt aan mensen die zich machteloos voelen of misschien ook wel in een armoedesituatie zitten. Vanessa leefde een tijd in armoede, niettemin was ze heel invloedrijk. Ze zat aan tafel met wethouders en raadsleden en maakte overal precies zo veel lawaai dat niemand om haar heen kon. Ik denk dat mensen zichzelf soms afvragen: Maar wat kan ik dan doen? Heb ik wel de goeie skills? Waar moet ik beginnen? Ze zouden willen dat de samenleving anders in elkaar steekt, maar weten niet hoe ze dit in beweging kunnen zetten. Ik hoop dat lezers na dit boek zich zullen realiseren dat ze echt wel wat kunnen betekenen voor de wereld, in het groot of in het klein. Het verhaal van Vanessa laat in ieder geval zien dat je niet per se op een invloedrijke positie hoeft te zitten om invloedrijk te zijn.
‘Je hoeft niet op een invloedrijke positie te zitten om invloedrijk te zijn.’
Verder hoop ik dat het boek mensen aanmoedigt meer naar elkaar om te kijken. In de eigen familie- en vriendenkring gebeurt dat misschien voldoende. Maar wat ik mis, is het maatschappelijke gevoel, het gevoel dat wij als mensen met zulke verschillende levens toch met elkaar verbonden zijn. Die verbondenheid hoef je niet te zoeken, die ís er. We lijken alleen verleerd om het leven zo te ervaren. We zijn bezig met ons individuele geluk en vinden het vanzelfsprekend dat anderen dat ook voor zichzelf uitvogelen. Maar zo werkt een samenleving niet, denk ik. Die bestaat idealiter uit mensen die naar elkaar omkijken en daar gezamenlijk geluk uit putten.”
Vanessa stemt daarmee in: “Ik hoop dat we weer meer geneigd zullen zijn om naar het verhaal achter de mens te kijken: ‘don’t judge a book by its cover.’ Dat we onze kwetsbare medemens aankijken en als we lijden zien, we dan ook contact durven te maken met de ander. Hoe meer we weer elkaar durven te zien, kwetsbaar durven te zijn en met begrip naar elkaars verhaal willen luisteren, hoe meer we weer van mens tot mens kunnen samenleven.”
Benieuwd geworden naar Peak Mind naar aanleiding van het interview? Bestel het boek hier.