Slimmer leven: leer drinken als een Romeinse keizer

Stoïcisme als het sereniteitsgebed op steroïden

Van tijd tot tijd krijg ik mailtjes van mensen die worstelen met hun eigen alcoholisme of het alcoholisme van hun naasten. Ze vertellen me dat ze veel steun en troost vinden in de geschriften van de oude stoïcijnse filosofen, zoals Overpeinzingen van de Romeinse keizer Marcus Aurelius. Zij die bekend zijn met zowel de stoïcijnen als het Twaalfstappenprogramma zullen de connecties tussen beide herkennen. Het sereniteitsgebed, dat bijvoorbeeld bekend is geworden door Anonieme Alcoholisten, verhult een van de meest karakteristieke grondbeginselen van de stoïcijnse filosofie.

‘God geve me de kalmte om te aanvaarden waaraan ik niets kan veranderen,
de moed om de dingen te veranderen die ik kan veranderen,
en de wijsheid om het verschil tussen beiden te kunnen zien.’

De stoïcijnse filosoof Epictetus leerde zijn studenten hetzelfde:

‘What, then, is to be done? To make the best of what is in our power, and take the rest as it naturally happens’. — Discourses, 1.1

Er zijn ontelbaar andere referenties in stoïcijnse literatuur die een stevig onderscheid maken tussen waar we zelf controle over hebben en al het andere: wat we doen tegenover wat ons slechts overkomt. Volgens de stoïcijnen zouden we meer verantwoordelijkheid moeten nemen voor de zaken die aan ons zijn, en ons minder druk moeten maken over de zaken waar we geen controle over hebben. Wijsheid bestaat grotendeels uit het rekening houden met dit simpele onderscheid en het duidelijker zijn over de praktische en emotionele gevolgen die dit heeft in ons dagelijks leven.

Moderne stoïcijnen noemen dit idee soms de “dichotomie van controle” of de “Stoïcijnse vork”. Echter heeft stoïcisme veel meer te bieden dan alleen maar deze wijze spreuk – het is een volledige filosofie van het leven. Dit is de reden dat iemand die contact met me opnam over alcoholisme en stoïcisme het daarom ook omschreef als “het sereniteitsgebed op steroïden”.

Stoïcijnse therapie

Het meest invloedrijke psychologische principe van het stoïcisme komt uit een van Epictetus’ andere uitspraken:

“Het zijn niet de dingen zelf die de mensen in verwarring brengen, maar hun meningen omtrent die dingen.” – Encheiridion 5

Dat was uiteindelijk de inspiratie voor de moderne cognitieve gedragstherapie (CGT); de toonaangevende, op feiten gebaseerde benadering van psychotherapie. Zowel stoïcisme als CGT zijn gebaseerd op het idee dat onze emoties grotendeels – al dan niet helemaal – bepaald worden door onze onderliggende overtuigingen. Vanuit die gedeelde aanname trekken ze overeenkomstige conclusies over hoe we het beste onze gevoelens kunnen veranderen door onze bewuste gedachten (cognitie) en acties (gedrag) te veranderen.

Volgens de stoïcijnen zullen de overtuigingen die ons van streek maken uiteindelijk de vorm aannemen van sterke waardeoordelen over dingen buiten onze directe controle. Deze oordelen zijn óf uitermate goed óf uitermate slecht en leiden tot respectievelijk een overmatig verlangen of angst. De stoïcijnen betogen dat het irrationeel was – een werkelijk recept voor een neurose – om een sterk verlangen te hebben om externe dingen te willen of juist te vermijden voor zo ver ze buiten onze directe controle liggen. Het is gezonder om in plaats daarvan te focussen op onze eigen, bewuste, vrijwillige acties en verantwoordelijkheid te nemen voor de manier waarop we omgaan met de situaties die ons overkomen.

We moeten leren om, in zekere zin, ons eigen werk te doen door meer aandacht te geven aan wat we kunnen doen in plaats van ons druk te maken om de dingen die het lot ons geeft. Wanneer we iets niet kunnen veranderen, moeten we dat leren te accepteren met stoïcijnse onverschilligheid. Of zoals Shakespeare het zegt:

‘Things without all remedy should be without regard’ – Macbeth

De elfde stap van het Twaalfstapsprogramma gebruikt een meer religieuze taal om deze houding van emotionele acceptatie uit te drukken als het gaat om omgaan met alcoholisme:

‘[Wij trachten] door gebed en overdenking ons contact met God, hoe ook ieder van ons Hem persoonlijk aanvaardt, te verdiepen, en baden Hem enkel ons zijn wil te doen kennen en om de kracht die te volbrengen.’

We zouden, in andere woorden, de realiteit moeten leren accepteren – Gods Wil, als je meer van theologische taal houdt – en onszelf volgens de eisen van de situatie moeten aanpassen.

De stoïcijnen over alcohol

Dus hoe keken de stoïcijnen aan tegen alcohol? De historicus Diogenes Laertius, een “doxograaf” die de denkbeelden van de Griekse filosofen registreerde, zegt dat de stoïcijnen meestal met mate wijn dronken, maar dat ze zichzelf niet dronken lieten worden. Stobaeus, een andere doxograaf, vertelt ons dat de stoïcijnen een overmatige voorliefde voor wijn als een ziekte klasseerde. Ook al leken de stoïcijnen meer van gematigdheid te houden, ze waren het waarschijnlijk wel eens met de onthoudende aanpak voor individuen die moeite hebben met het verminderen van het drinken.

Stoïcijnen moesten oppassen dat ze zich wel voor de juiste redenen onthielden. Epictetus lijkt ons te verzekeren dat zijn studenten soms “water drinkers” werden, waarschijnlijk onthielden ze zich dan van de wijn, ten behoeve van hun training in stoïcisme (Discourses, 3.14). Hij bekritiseerde hen omdat ze tegen iedereen die ze tegen kwamen “Ik drink water” zeiden, als of het doel was om op te scheppen. Hij zegt dat als wat ze doen goed voor ze is ze daar tevreden mee moeten zijn en verder hun mond moeten houden, in plaats van het te blijven herhalen tot de ergernis van anderen.

De stoïcijnse wijze man (of vrouw) bekijkt alcohol met geleerde onverschilligheid en focust zich op het gebruik ervan. Alles kan zowel goed als slecht gebruikt worden volgens de stoïcijnen. Dus schenkt de wijze man zijn aandacht aan het moment en of hij zich verstandig of dwaas gedraagt, met zelfdiscipline of roekeloosheid, op een gezonde of ongezonde manier, en ga zo maar door. Om onszelf te helpen stappen in deze richting te maken, zouden we eigenlijk tijd apart moeten zetten om te bestuderen hoe mensen die we bewonderen omgaan met verleiding. We zouden moeten proberen te leren van hun gedrag en hun gedrag moeten nastreven.

Marcus Aurelius’ meest belangrijke rolmodel was zijn adoptievader keizer Antoninus Pius. Marcus schrijft in zijn notities dat wat er oorspronkelijk over Socrates gezegd werd, ook over Antoninus gezegd kon worden: hij kon zich even gemakkelijk onthouden als genieten van de dingen die de meeste mensen zich door gebrek aan kracht niet kunnen ontzeggen en waarvan zij door hun onmatigheid evenmin kunnen genieten (Overpeinzingen, 1.16). Marcus zegt dat Antoninus kracht, uithoudingsvermogen en terughoudendheid toonde, of hij nou koos zich ergens van te onthouden of juist eraan deel te nemen. Dat zijn volgens Marcus “de kenmerken van iemand die een harmonisch en onoverwinnelijk karakter heeft”.

Keizer Lucius Versus

In mijn nieuwste boek Leer denken als een Romeinse keizer gebruik ik verhalen uit het leven van Marcus Aurelius om te laten zien hoe het stoïcisme in de praktijk toegepast kan worden om ons te helpen om te gaan met hedendaagse psychologische problemen. Daarbij kunnen we ook leren van de fouten van een ander. Marcus’ onthouding stond haaks op de beruchte zelfgenoegzaamheid van zijn geadopteerde broertje en medekeizer Lucius Verus. Uit de manier waarop Romeinse historici hem beschrijven, is het aannemelijk dat hij een alcoholist was. Er is te lezen dat toen hij de legioenen in de Parthische oorlog moest bevelen, hij zijn tijd liever verdreef met feestjes, gokken en drinken. Hij was geobsedeerd met wagenrennen en hij had een enorme kristallen bokaal laten maken, genaamd Volucer naar zijn favoriete paard, die “de capaciteit van elke menselijke drank overtrof”.

Lucius zou dronken worden en “’s avonds door de taveernes en bordelen dwalen met slechts een simpele reismuts als hoofdbedekking, feesten met verschillende herriemakers en deelnemen aan verschillende ruzies, allemaal terwijl hij zijn identiteit verborgen hield”, volgens de Historia Augusta. Soms zou hij dronken de eetwinkeltjes binnen wankelen en zware munten tegen de kopjes gooien, waardoor ze braken, waarna hij “vaak terugkwam met zijn gezicht bont en blauw geslagen”. Hij hield van de hele nacht doorfeesten totdat hij in slaap viel aan de bankettafel en naar zijn bed gedragen moest worden door de bedienden. Volgens de verhalen was zijn gezondheid “verzwakt door zulke stommiteiten van losbandigheid en extravagantie”.

Dezelfde historicus claimt dat kort nadat hij was uitgeroepen tot keizer, Lucius’ karakter “zwak en basaal” bleek te zijn, toen hij het Romeinse tegenoffensief in de Parthische invasie had moeten leiden. Inderdaad, “terwijl een Romeinse generaal afgemaakt werd, terwijl de legioenen geslacht werden, terwijl Syrië in een opstand mediteerde, en het Oosten werd verwoest”, spendeerde Lucius al zijn tijd aan jagen op het platteland of feesten met zijn gevolg in de bordelen en taveernes van het ene plezieroord naar het andere.

Er is ons verteld dat Marcus zwaar op de proef werd gesteld door de ondeugden van zijn broer, vooral zijn “overdreven openhartigheid en heethoofdige taal”, wat wordt omschreven als het resultaat van “natuurlijke dwaasheid”. Lucius worstelde om zijn gevoel het hoofd te bieden. Tijdens de Parthische oorlog schreef Lucius brieven aan een familievriend waarin hij wanhopig klaagde over “de angsten die hem dag en nacht ellendig maakten en hem bijna lieten denken dat alles geruïneerd was”. Hij refereert waarschijnlijk naar de problemen tijdens de onderhandelingen met de vijandige Parthen. Hij was duidelijk overweldigd door emotionele tegenspoed. Binge drinken, casual seks, gokken en feesten werden zijn manieren om, zij het slecht, om te gaan met de druk van zijn rol al Marcus’ junior co-keizer.

In Overpeinzingen vervloekt Marcus hem met vage lof en zegt alleen dat het observeren van Lucius’ karakter hem gedwongen heeft goed op zichzelf te passen en die hem tegelijkertijd de vreugde van zijn waardering en vriendschap deed ervaren (1.17). Ik denk dat Marcus wellicht hulpeloos heeft toegekeken hoe Lucius’ leven uit elkaar viel, en daardoor zwoer dat hij zichzelf nooit dezelfde fouten zou permitteren. In plaats daarvan heeft hij tientallen jaren gestoken in het verbeteren van zijn karakter door het stoïcisme te trainen. Als Lucius ook het stoïcisme had beoefend, net als zijn broer, had het hem dan geholpen?

Franks herstelverhaal

Frank, een gepensioneerde NYPD agent, nam contact met me op om te vertellen over de rol die het stoïcisme heeft gespeeld bij zijn eigen herstel:

Ik heb in de kamers van de AA met het Twaalfstapsprogramma en mijn sponseren een poort gebouwd waar ik onderdoor loop als een vrij man en die me heeft geleid naar de stoïcijnen. Tijdens mijn reis was ik op zoek naar iets dat me spiritueel kon helpen, want het geloof uit mijn jeugd kon mij niet helpen en dat wilde ik ook niet. Toen vond ik een aantal oude quotes en alles veranderde. Ze vielen samen met wat ik leerde volgens het Twaalfstapsprogramma. Ik las in de Overpeinzingen van Marcus Aurelius “Alle gedachten die ge veelvuldig koestert, zullen uw wijze van denken beïnvloeden, want de ziel wordt gekleurd door uw denkbeelden”. Ik identificeerde me met deze zinnen en realiseerde dat ze overeen kwamen met de principes die ik leerde bij de AA. Daarom zocht ik Marcus Aurelius op en ontdekte dat hij een Keizer van Rome was. De woorden ‘stoïcijnse filosoof’ verschenen naast zijn naar. Ik begon me in te lezen over de stoïcijnen.

Franks omarming van het stoïcisme versterkte en verruimde wat hij leerde tijdens het Twaalfstapsprogramma. Hij was nu meer gefocust op zijn verantwoordelijkheid nemen voor zijn eigen acties. Hij werd filosofischer over tegenslagen en meer tevreden over het leven.

Ik heb geleerd dat ik weinig controle heb! Echter hebben de principes van het stoïcisme en het Twaalfstapsprogramma, als zoeken naar mogelijkheden om dankbaarheid te ervaren in alles wat er gebeurd, goed of slecht, – amor fati of ‘liefde voor iemands lot’ – mij geholpen het pad naar een gelukkig, vreugdevol en vrij leven te vinden.

Stoïcisme en alcoholisme

Dus wat hebben de stoïcijnen te zeggen over alcohol en verslaving? Nou, de stoïcijnen trainden zichzelf in de ontwikkeling van de deugd van matigheid door verschillende psychologische technieken te beoefenen op een regelmatige, vaak dagelijkse, basis. Zo namen ze bijvoorbeeld vaak de moeite om dingen aan zichzelf te beschrijven in erg feitelijke en zakelijke taal, zoals een oude natuurfilosoof observaties zou doen over het gedrag van dieren of hoe een arts de symptomen van een ziekte zou beschrijven. Door alle emotionele taal en sterke waardeoordelen weg te nemen, behielden ze een sterkere grip op de realiteit, wat de stoïcijnen een ‘objectieve weergave’ (phantasia kataleptike) noemden.

Toen Marcus Aurelius een fles voortreffelijke Falernische wijn zag, herinnerde hij zichzelf er aan dat het slechts gefermenteerde druivensap was en dat het voedsel dat voor hem op tafel gezet werd niets meer is dan het dode lichaam van een vis, een kip of een varken (Overpeinzingen, 6.13). We zouden ons moeten ontdoen van de verhalen vol schone schijn en de werkelijkheid aan het licht moeten laten komen. Napoleon hield er dezelfde nuchtere strategie op na door te zeggen dat een troon slechts een stoel bekleed met fluweel is.

Ik denk dat het stoïcisme veel mensen aanspreekt die worstelen met alcoholisme, want het heeft meer te bieden dan alleen self-help advies. De rake taal waarin het in de klassiekers is weer gegeven is vaak mooi en gedenkwaardig. Deze verhalen uit de oude filosofie blijven mensen bij en hun constante aanwezigheid kunnen ons geleidelijk helpen aan een nieuwe benadering van het leven terwijl goed advies uit de moderne zelfhulpboeken sneller vergeten wordt. Stoïcisme is niet gewoon een therapie, maar een gehele filosofie van het leven. Mensen die het omarmen vinden dat het hen de kansen aanreikt om een gevoel van een doel of een richting in het leven terug te vinden. En in sommige vallen kan het helpen het gat te dichten dat ze daarvoor met alcohol of drugs probeerden te dichten.

Belangrijker nog is het stoïcisme een filosofie die een oproep tot actie bevat. De stoïcijnen wilden dat we betekenis toepasten in ons leven en deel zouden nemen aan filosofische discussies over het doel van het leven. Maar dan wel alleen tot zover dat het daadwerkelijk helpt bij het verbeteren van ons karakter. We moeten keuzes maken, conclusies trekken en wijsheid in de praktijk brengen. Zoals Marcus Aurelius zei:

‘Houd op met het loze gepraat over hoe een goed mens behoort te zijn, maar wees er een.’ (Overpeinzingen, 10.16)

 

Dit artikel is oorspronkelijk in het Engels verschenen en geschreven door Donald Robertson.

Leer denken als een Romeinse keizer

Succesvol leven met Marcus Aurelius

Tegenslag, verraad, verlies: Marcus Aurelius doorstond het allemaal. Het geheim voor zijn succesvolle leven vond hij in de praktische wijsheid van de stoïcijnse filosofie. Uit leven en geschriften van deze Romeinse keizer leidt Donald Robertson makkelijk toepasbare psychologische technieken af, die de moderne mens helpen sterker te worden in het tumult van het leven. Robertson laat zien hoe deze filosofie deel kan worden van ieders leven. Zijn methoden zijn wetenschappelijk onderbouwd en klinisch getoetst.

€24,99

Bestel direct