Peter Henk Steenhuis over ‘Veroordeeld tot succes’

In Veroordeeld tot succes onderzoekt Peter Henk Steenhuis waarom wij elkaar de hele dag ‘succes!’ wensen. Wat zegt dat over ons? Over ons als ouder, collega, vriend, concurrent? Dragen we met ons streven naar succes niet onbewust bij aan een sociale druk om te slagen? Steenhuis verdiept zich in de begrippen die samenhangen met succes, zoals prestatie, selectie, stress en carrière. We blijken succes eenzijdig te interpreteren als beter, hoger, meer.
Door: Sanne Peters

“Ik ging over de term succes nadenken op het moment dat ik mijn twaalfjarige zoon succes wenste toen hij naar school ging. Wat voor succes wenste ik hem? We wensen elkaar de hele dag succes maar wat bedoelen we daar nu mee? Ik noem dat het meetlatsucces, een soort maatschappelijk succes; we willen meer geld verdienen of langer applaus krijgen. Als we onze kinderen succes wensen, bedoelen we vaak: zorg dat je goede cijfers haalt, want met goede cijfers kan je gaan studeren en krijg je een goede baan.

Een term die sterk verbonden is aan succes is selecteren. Van jongs af aan wordt er geselecteerd, bijvoorbeeld bij de sport-, dans- of muziekclub. Als je geselecteerd wordt voor een hoger niveau, betekent het ook dat je terug kan vallen en kan falen. We zijn hierdoor erg prestatiegericht en als gevolg daarvan kampen veel jongeren met stress, faalangst, burn-outklachten en depressies. Ik denk dat dit te maken heeft met onze definitie van succes, namelijk dat meetlatsucces.”

Kun je beschrijven wat succes voor jou betekent?

“Mijn definitie van succes heeft te maken met het Latijnse succedere dat ‘lukken, slagen’ betekent. Maar het is een term die veel te groot is om over na te denken. In mijn boek probeer ik alle termen die met succes te maken hebben aan het licht te brengen.

Je kunt succes ook als een as zien, een as van het bestaan. We zijn strevende wezens en willen ergens in slagen. Om dat te kunnen doen, moeten we nadenken over de verschillende spaken die bij dit wiel van succes horen. Een van die spaken is flexibiliteit. Misschien dat je op je twintigste super flexibel bent en helemaal gaat voor die maatschappelijke carrière, terwijl je daar op je dertigste toch anders over nadenkt. Dat betekent niet dat je geen succes hebt, dat betekent wel dat je zo’n spaak als flexibiliteit op een andere manier moet definiëren.”

Wanneer wordt het streven naar succes problematisch?

“Wil je nadenken over succes, dan is selecteren belangrijk. Je moet gesprekken voeren over wat jij acceptabel vindt bij selecteren en wat niet.  Zo ook als het gaat over stress. Ik vind stress heerlijk en deadlines fantastisch, alleen niet drie keer in de week want dan ga ik kapot. Het is dus niet zo dat ik tegen stress of tegen prestatiedruk, selectie of flexibiliteit ben. Al die termen zul je per stuk moeten definiëren en daar moet je met jezelf, vrienden en familie gesprekken over voeren. Op die manier kom jij erachter wat je wil. Er is geen voorschrift. Wij mensen zijn strevende wezens en we willen iets: succes. Succes in de zin van dat we ergens in willen slagen. We willen een goede vader zijn, of een goede journalist. Je moet voor jezelf uitmaken wat een goede vader of journalist precies inhoudt en hoe je zo’n doel wil bereiken.

‘In je eentje draai je rondjes, maar via gesprekken kom je verder’

Wat ik heel duidelijk wil benadrukken is dat het geen moreel geladen boek is. Ik probeer te beschrijven wat ik zie. Stel dat mijn zoon geselecteerd wordt voor een hoger elftal, ben ik dan diegene die zegt dat hij dat niet moet doen? Nee. Natuurlijk moeten we niet zeggen: we moeten minder streven naar succes. Wel zullen we moeten nadenken over hoe het komt dat onze selectiecultuur zo ver is doorgeschoten en tot waar jijzelf het acceptabel vindt.”

Hoe moeten wij omgaan met de term succes?

“Dat we willen slagen, lijkt me de basis van de westerse cultuur. Alleen hebben we op dit moment geen cultuur waarin we gesprekken voeren over wat we willen.

Toen ik over de begrippen in het boek nadacht kwam maar één beeld voor ogen, namelijk het beeld van Winnie de Poeh: ‘Denk, denk, denk. In het niet al te grote brein van Winnie kwamen weinig gedachtes op.’ Ik denk dat wij mensen niet zo goed zijn in denken. In je eentje draai je rondjes, maar via gesprekken kom je verder. We zullen dus gesprekken met elkaar moeten voeren om zo uit te zoeken waarin we willen slagen.”

Benieuwd geworden naar het boek? Bestel hem dan hier.


Wil je vaker op de hoogte worden gehouden van interessante boeken, acties en interviews? Meld je dan aan voor onze nieuwsbrief!