“Ik zal het straks even doen”, “Het komt morgen wel”, “Dat heeft geen haast”. Jij maakt je vast ook wel eens schuldig aan een van deze uitspraken. Ze laten een diepgewortelde gewoonte van de mens zien: uitstelgedrag. Deze neiging om zaken voor ons uit te schuiven heeft er miljoenen jaren over gedaan om zich te ontwikkelen. En nu zit het diep in onze menselijke natuur gegrift. Nu betekent deze natuurlijke drang om uit te stellen niet dat we een lui volk zijn. Integendeel! Het grote verschil tussen uitstellers en luie mensen is dat uitstellers wel degelijk dingen willen bereiken en dit uiteindelijk ook voor elkaar krijgen. Maar wat is uitstelgedrag nou precies? En ben jij een uitsteller?
Niet alles wat je uitstelt, valt onder uitstelgedrag en dat is waarschijnlijk ook waar de verwarring ontstaat. In het Nederlands is het woord ‘uitstel’ onderdeel van het woord ‘uitstelgedrag’, waardoor het lijkt alsof deze twee woorden hetzelfde betekenen. Kijken we echter naar deze woorden in het Engels, waarbij uitstel vertaald wordt als delay en uitstelgedrag als procrastination, en de Latijnse oorsprong van deze woorden, dan merken we dat er wel degelijk verschil zit tussen. Het woord pro–crastinatie komt van het woord pro, wat ‘voorwaarts, vooruit of voor’ betekent, en crastinus, wat ‘van morgen’ betekent. De letterlijke vertaling van dit woord dekt echter niet de volledige lading van de betekenis. Zo bevatten voorzichtigheid, geduld en het stellen van prioriteiten elementen van uitstel of vooruitschuiven, maar duiden geen van allen op uitstelgedrag. Het woord procrastinatie (procrastination) laat eigenlijk de irrationele vorm van uitstel zien. Het verwijst daarbij naar het voor je uit schuiven van taken waarvan je eigenlijk vindt dat je ze wel zou moeten doen. Wie uitstelgedrag vertoont, beseft dat hij tegen zijn eigen belangen in handelt.
Nu rijst natuurlijk de vraag of jij een uitsteller bent en in welke mate. Ben jij iemand die slechts af en toe iets voor zich uitschuift of heb jij standaard een afspraak met ‘morgen’? Een simpel trucje om hierachter te komen is het kijken naar je handschrift. Heb jij een onleesbaar, kriebelig handschrift? Dan duidt dat er op dat jij waarschijnlijk een hoop uitstelt. Maar je kunt ook onderstaande test doen om je eigen irrationele uitstelgedrag te vergelijken met dat van mensen van over de hele wereld.
Geef bij elke stelling aan in hoe verre deze bij jou past. Houd daarbij rekening met de volgende score. Let op: de vragen 2, 5 en 8 zijn andersom geteld, de score telt hier dan ook andersom!
1 = niet of heel zelden
2 = zelden
3 = soms
4 = vaak
5 = heel vaak
Tel al je punten bij elkaar op en kijk wat voor uitsteller jij bent:
19 of minder punten (je behoort tot de onderste 10%): Jouw mantra is ‘Doe wat gedaan moet worden’
20 – 23 punten: Je behoort tot de onderste 10-25%.
24 – 31 punten (je behoort tot de middelste 50%): Gemiddelde uitsteller.
32 – 36 punten: Je behoort tot de bovenste 10-25%.
37 of meer punten (je behoort tot de bovenste 10%): ‘Morgen’ is je bijnaam.
En, waar ben je geëindigd? Ben jij een fervente uitsteller of schuif je alleen maar het naar de sportschool gaan of het aangeven van je belastingaanslag uit, net zoals de meeste mensen? Hoe hoger je scoort, hoe groter de kans dat je momenten van uitstelgedrag vertoont.
Taken die je uitstelt hoeven op zichzelf niet altijd negatieve gevolgen te hebben. Maar als je veel (of alles) uitstelt en het zich allemaal opstapelt, kan je er wel last van krijgen. Als er steeds meer is dat je eigenlijk zou moeten doen, kan het voorkomen dat je er ’s nachts niet van kan slapen, omdat het onmogelijk lijkt om alle taken te voltooien.
Er is een terugkerend patroon in al het uitstelgedrag dat je wellicht herkent. Aan het begin van een taak heb je vaak nog zeeën van tijd. Misschien probeer je er alvast aan te beginnen, maar wil het nog niet vlotten. Je raakt afgeleid of kunt het makkelijk uit je hoofd zetten. Je verschuift de taak waarschijnlijk naar een dag waarop je meer tijd hebt. Maar ook op die dag krijg je het niet voor elkaar. Vervolgens ga je het beperkte karakter van de tijd voelen. De uren of dagen die je eerst zo zorgeloos verspeelde worden schaarser en de tijdsdruk maakt het moeilijk om te beginnen. Je vraagt je af waar de tijd gebleven is. Vervolgens begin je de angst te voelen. Angst dat je tijd te kort gaat komen, waarna je je waarschijnlijk schuldig gaat voelen. Je voelt je machteloos.
Je neemt je voor om het de volgende keer anders te doen. Maar het probleem met dergelijke voornemens is dat uitstelgedrag een gewoonte is en gewoontes hebben de neiging om te blijven. En daarom is het van belang deze hardnekkige gewoonte aan te pakken en eraan te werken om zo het uitstelgedrag de baas te worden.
Piers Steel onderzocht uitstelgedrag, onze nare gewoonte om lastige dingen voor ons uit te schuiven. Het is een gewoonte van 95% van de bevolking namelijk last van heeft. Steel verklaart in zijn boek Uitstelgedrag deze neiging, en legt vooral verband met impulsiviteit. Het goede nieuws is dat we deze diepgewortelde gewoonte kunnen doorbreken. Steel geeft in het boek Uitstelgedrag een zelftest, praktische methodes én vele tips hoe met uitstelgedrag om te gaan.
€17,50