Interview met Robert Moor

‘De meest confronterende gesprekken tijdens een wandeling van meerdere maanden voer je met jezelf. Maar dat is precies waar de uitdaging ligt. Net als met het lopen van een marathon, of het schrijven van een boek, is de vraag die je constant herhaalt: Kan ik dit wel?’ Van 2009 tot 2010 liep Robert Moor maandenlang over de paden van de Appalachian Trail in de Verenigde Staten. Gedurende deze periode raakte hij in de ban van het idee om een boek te schrijven over wat hem het meest bezighield tijdens zijn maanden onderweg: het pad waarop hij liep.

Na jarenlang onderzoek, interviews en wandelingen is het boek Over paden, dat zojuist in het Nederlands is verschenen, dan eindelijk klaar. Robert Moor laat de lezer inzien dat we allemaal bezig zijn met het volgen of maken van paden, maar doordat ze zo organisch aanvoelen, vatten we ze niet als bouwwerken op. Zijn boek toont echter aan dat de paden die we zo voor lief nemen, helemaal niet zo vanzelfsprekend zijn. Het werk legt originele verbanden: het verbindt filosofie met wetenschap, anekdotes met sport, en de mens met dier en natuur.

Robert Moor groeide op in een familie van hiking-fanaten, en de kleine Robert werd onder lichte dwang meegenomen op wandeltochten om te ‘genieten’ van de wereld om hem heen. Hoewel hij oorspronkelijk weinig om deze tochten gaf, en zelfs willekeurige voorbijgangers vroeg om hem van de onderneming af te halen, groeide het wandelen langzaam uit tot een belangrijke hobby, en waagde hij zich uiteindelijk zelfs aan een van de moeilijkste en langste wandeltochten van Amerika: The Appalachian Trail (AT).

Terwijl veel wandelaars – en boeken – de AT starten vanuit een probleemsituatie zoals een oorlogstrauma, familiedrama of relatieproblemen, is één van de unieke uitgangspunten van Moors boek dat dit niet het geval is. Robert vindt wandelen gewoon erg fijn om te doen. ‘Ik wou bijna dat ik zo’n levensprobleem had’, lacht hij, ‘dan waren er waarschijnlijk meer exemplaren verkocht.’ Robert Moor is een nuchter persoon die niet veel waarde aan materiële objecten hecht. Hij woont samen met zijn man in Canada, in een kleine blokhut aan de rand van een bos waar ze vaak wandelen. Hoewel Over paden onder andere reflecteert op zijn persoonlijke wandelingen en avonturen, blijkt dat Moor nog steeds vaak verdwaald raakt in het kleine, maar dichte bos naast zijn huis. Zonder paden is dus zelfs deze wandelexpert verloren.

Maar zelfs op het pad van de AT was het niet altijd even gemakkelijk voor Moor om zich door de tocht heen te slaan. Donderstormen en een kapotte uitrusting waren fysieke uitdagingen, maar Robert vond vooral de mentale uitdagingen zwaar. ‘Je wordt een beetje gek wanneer je lange tijd alleen bent. Je gaat tegen jezelf praten, en wanneer je een keer naar een dorp in de buurt lift, voel je je als een buitenaards wezen. Je stem werkt niet meer, en door zo lang alleen geweest te zijn, lukt het je maar moeilijk allerlei conventies en gewoontes toe te passen.’ Mompelend een winkel binnenlopen en zichzelf geen houding weten te geven bij de kassa waren veelvoorkomende situaties voor Robert. In het interview van vandaag is hier echter weinig van terug te zien: voor me zit een man die de lessen van rust en bedachtzaamheid van de wandeltocht ter harte heeft genomen en toepast in zijn bestaan.

Hoewel het bewandelen van een tocht als de Appalachian Trail vaak wordt gezien als een bevrijdende onderneming, beseft Moor zich dat paden twee kanten hebben: ze bieden een ontsnapping aan invloeden van buitenaf, maar beperken je vrijheid ook. Je bent immers een vooraf bepaalde lijn aan het volgen, waarvan je hoopt dat deze naar de volgende bestemming leidt. Het idee dat mensen je zijn voorgegaan op dit pad kan afdoen aan het gevoel van avontuur, wat op zijn beurt kan voelen als iets restrictiefs. Toch zegt Moor dat deze beperking ook als bevrijdend gezien moet worden. Wanneer je het pad volgt, hoef je immers niet bang te zijn dat je de verkeerde kant op gaat: je bent vrij om na te denken (of niet na te denken) over wat je wilt. ‘In een tijd waarin we continu keuzes moeten maken, is het fijn om een keer geen enkele keuze te hebben.’

Nietzsche herkende deze vrijheid, en zei dat enkel de ideeën die opgedaan worden tijdens het wandelen enige waarde hebben. Moor ziet hier een kern van waarheid in. ‘Ze zeggen dat het brein het beste werkt bij ongeveer 5 kilometer per uur. Het houdt je precies genoeg wakker. Het is de perfecte snelheid om je niet te hoeven vervelen, terwijl je niet te vermoeid raakt om na te denken.’ Hij betrekt de Amerikaanse filosoof Thoreau in zijn overtuiging. Tijdens een wandeling, zo zegt Thoreau, zijn er geen hechtingen. Je kunt geen boek lezen, je kunt niet schrijven, je kunt je enkel richten op de actie van het lopen. Lachend voegt Moor hieraan toe dat het wel fijn is om tegenwoordig recorders te hebben. ‘Iedere vijf minuten stoppen om een dagboek uit mijn backpack te halen en een idee op te schrijven, bevorderde het tempo van de wandeling niet.’

Sinds zijn tijd op de AT en het schrijven van zijn boek, ziet Moor overal om zich heen associaties met paden. En de mensen om hem heen herinneren hem hier ook voortdurend aan. ‘Er komen nog steeds verhalen binnen die ik graag in mijn boek had verwerkt. Zo hoorde ik pas van een groep beren in Noord-Canada die al eeuwenlang hetzelfde pad volgt. En niet alleen dat, maar ze blijken hun poten ook al honderden jaren op exact dezelfde plekken als hun voorgangers te zetten. Dit heeft ertoe geleidt dat mensen lange tijd dachten dat Bigfoot hier gelopen moest hebben, omdat het niet leek op pootafdrukken van een dier dat bij mensen bekend was. Echter waren het simpelweg deze beren, die bij het banen van hun weg steeds diepere en grotere indrukken achterlieten in pad dat ze volgden.’

Na zeven jaar onderzoeken en schrijven over paden was het dan ook tijd om zijn aandacht op iets anders te richten. Daarom werkt Moor op dit moment aan een nieuw project dat In bomen zal gaan heten. Dit onderzoek voert hem over de hele wereld, op zoek naar boom-verbonden onderwerpen als bonsai-artiesten, familiebomen, linguïstische bomen, de Boom des Levens, enzovoort. ‘Het voelt weer als een enorm project, en net als bij Over paden hoop ik dat het niet te veel is. De chaos van alles wat onderzocht en aan elkaar verbonden moet worden, is eng. Toch heb ik al enorm veel zin in het schrijven. Het gaat waarschijnlijk net zo’n breed onderzoek worden als het vorige boek, maar dan over weer een totaal ander onderwerp.’

Wanneer hem gevraagd wordt om tips te geven aan de lezers van dit interview, hoeft hij geen moment na te denken. ‘Als je even vastzit, ga dan lopen. Ik heb nog nooit een wandeling gemaakt waarvan ik achteraf dacht: Had ik dat maar niet gedaan. Wandelen werkt bevrijdend, zelfs als het regent of koud is buiten. En o ja, hou een opname-dagboek bij van je lange wandelingen. Zelfs als de meeste van je opnames zullen klinken als: “Vandaag 30 kilometer gelopen. Het was koud. Ik heb zin in koekjes,” is het extreem fijn om de herinnering aan je tijd op het pad te bewaren en opnieuw te beleven.

 

Over paden

Een ontdekkingstocht

In Over paden reist Robert Moor zeven jaar te voet over de wereld. Tijdens zijn tochten werd hem steeds duidelijker dat paden ons kunnen helpen om de wereld te begrijpen. De lezer volgt Moors ontdekkingstocht op de voet. Van onzichtbare mierenpaden naar paden die volledige continenten met elkaar verbinden, van snelwegen tot het internet: in alles volgen wij paden van hen die ons voorgingen.In Over paden leidt een persoonlijke fascinatie voor wandelen en hiking tot een nieuwe geschiedschrijving van de wereld. Voor wie dit boek leest, zal geen pad ooit nog hetzelfde zijn.

‘Net als Montaigne stipt Robert Moor door over één onderwerp te schrijven honderd andere aan… Als een filosoof te voet doet hij verslag van zijn reis door kilometers wildernis én van zijn tocht door een geest die de betekenis van reizen zelf ontrafelt… De enige constante in Over paden is de belofte van verrassing.’ –The Wall Street Journal

€23,99

Bestel direct