Vier vragen aan Kate Kirkpatrick

Auteur Kate Kirkpatrick werpt een geheel nieuw licht op Simone de Beauvoir in de nieuwe baanbrekende biografie Simone de Beauvoir: een leven. In dit interview vertelt ze waarom ze over Simone de Beauvoir wilde schrijven en wat ze zelf aan De Beauvoir zou schrijven.

‘De Beauvoir zou in deze tijd anders behandeld worden’

 

Door: Sanne Peters

“Ik begon filosofie te lezen toen ik een tiener was en het is moeilijk te zeggen wanneer ik niet geïnteresseerd was in zulke onderwerpen. De diversiteit van geloofsovertuigingen en de filosofische kijk die mensen hebben vind ik intrigerend. Filosofen waarin ik me specialiseer gebruiken literatuur om filosofische vragen te stellen en om filosofische standpunten te belichten. Ik ben geïnteresseerd in literatuur als een manier waarop mensen filosofisch denken verkennen buiten de traditionele grenzen van de academische studie van filosofie en religie.”

Wat waren je eerste gedachten over Simone de Beauvoir?

“Het eerste boek dat ik van haar las was Les Mandarins. Ik kreeg het van een Franse vriend als verjaardagscadeau in 2008. Ik begon haar boeken te lezen en raakte geïnteresseerd in haar als filosoof tijdens mijn doctoraat over Jean Paul Sartre. Mijn onderzoek over zijn filosofie liet me anders nadenken over haar werk en mijn interesse groeide geleidelijk. Toen ik las dat anderen vonden dat ze Sartres ideeën kopieerde en populariseerde,  vond ik dat ze haar niet genoeg herkenning gaven voor haar eigen werk. Hoe meer ik daarover las, hoe nieuwsgieriger ik werd.

 

‘Sartres filosofie liet me anders nadenken over De Beauvoirs werk’

 

Ik wilde over haar schrijven omdat ik vond dat ik iets over haar leven en haar filosofie te zeggen had, wat nog niet gepubliceerd was. Ik las in De Beauvoirs dagboeken dat ze over dezelfde filosofen en literatuur las als Sartre. Dit was voordat ze elkaar hadden ontmoet, wat betekende dat ze zelf geïnteresseerd was in die onderwerpen en dat toevallig deelde met Sartre. Toen ik dat inzag, vond ik dat ik daar een boek over kon schrijven. En omdat ik een academische filosoof ben, zou ik die monografie waarschijnlijk toch wel schrijven. Maar als ik dat zou doen, zou het alleen gelezen worden door mensen die geïnteresseerd zijn in dit gebied van filosofie, terwijl een biografie vragen kan oproepen over de manier waarop de levens van vrouwen worden herinnerd en hoe hun verhalen worden verteld. Dat vond ik een waardig project.”

Is dit boek gelijk aan het beeld dat je van De Beauvoir hebt?

“Dat is het ding: als onderzoeker ontdek je continu nieuwe perspectieven en zo verandert je beeld. Zo kwam het boek in februari al uit in het Portugees en door gesprekken met Braziliaanse lezers kwam ik achter dingen over De Beauvoir die ik nog niet wist. Zo vertelde een Braziliaanse onderzoeker over een reis die De Beauvoir maakte naar Brazilië. Ze vertelde dat De Beauvoir meedeed in een soort religieus ritueel. De Beauvoirs bereidheid om mee te doen met de tradities van andere culturen als ze die bezocht, is erg interessant. Het lijkt op haar benadering van boeken; ze wilde zich inleven in de denkwijze van de schrijver.

Het boek is dus een momentopname van het portret dat ik een jaar eerder van haar had. Het is nog steeds een kloppende momentopname, maar heb ik een breder beeld doordat het verder gevormd wordt door gesprekken met andere onderzoekers.”

Mensen zagen De Beauvoir in de 20e eeuw vooral als de partner van Sartre en niet als filosoof. Als De Beauvoir vandaag de dag zou leven, zou ze dan anders behandeld worden?

“Ja, ik denk van wel. Het is moeilijk voor te stellen hoe het voor haar was om te denken zoals ze deed en dat ook te publiceren. Ze schreef haar boek in de tijd dat vrouwen pas vijf jaar stemrecht hadden, ze geen bankrekening konden openen zonder een man en er geen toegang was tot anticonceptie. Als ze de dingen die ze toen zei, nu zou zeggen waren die anders ontvangen.

 

‘Haar kritiek op de maatschappij blijft relevant’

 

Maar om te zeggen dat ze blij zou zijn met de manier waarop vrouwen in deze maatschappij worden behandeld? Ik kan niet zeggen dat ik weet wat haar politieke visie nu zou zijn, maar de kritiek op de maatschappij die ze in haar filosofie en in haar boeken heeft, blijft relevant.

In De tweede sekse zegt ze dat mannen aangemoedigd worden om te denken dat ze romantische relaties kunnen hebben en ook andere dingen met hun leven kunnen, zoals carrière maken. De Beauvoir vond dat liefde voor vrouwen gepresenteerd werd als hun roeping. Als ze als geliefde faalden, of het nu als moeder, vrouw of als minnares was, zouden ze gefaald hebben als vrouw. De Beauvoir vond dat de wetgeving niet het enige was dat moest veranderen voor vrouwen om vrij te zijn. De cultuur moest ook veranderen, want de cultuur heeft nog steeds het beeld dat vrouwen onderdanig zijn aan mannen. Ik denk dat er nog steeds veel van dat in onze cultuur zit dat ze problematisch zou vinden.”

In Waarom ik van Simone de Beauvoir houd schrijven zestien Nederlandse en Vlaamse schrijfsters een brief aan De Beauvoir. Wat zou jij aan De Beauvoir willen schrijven?

“De vraag is aan welke Simone ik een brief schrijf. Schrijf ik een brief aan de Simone die bijna dertig wordt en zich afvraagt of ze ooit een betekenisvolle impact op iemand zal hebben, of schrijf ik naar de Simone die zestig is en weet dat haar boeken over de hele wereld worden gelezen? Ik zou haar schrijven dat, en hier komt De Beauvoir later in haar leven zelf achter, ook zij veel in zich heeft.

 

‘Dat je soms faalt, maakt je nog geen mislukking’

 


Aan het eind van 1920 en in de begin jaren dertig denk ze dat alleen Sartre er toe doet. Ze zit in een bubbel waar ze het belang van andere mensen en de consequenties van haar acties op anderen ontkent. Een deel van mij wil schrijven: ‘Je bent in staat in zo veel meer dan dit!’ Maar anderzijds zegt ze in haar filosofie dat je de som bent van je eigen acties en het feit dat je soms faalt, maakt je nog geen mislukking. Het duurde even voordat ze tot die realisatie kwam. Er zijn zeker tijden dat ik had gewild dat ze wat meer voor haarzelf opstond in haar vroegere leven. Ook ben ik benieuwd naar het werk dat ze gedurende haar leven niet heeft gepubliceerd en waarom ze dat deed. Ik denk dat ik dat zou schrijven. Al zou ze dat zeker erg irritant vinden, maar dat ligt eraan wanneer ze het leest.”