Amor mundi, ‘liefde voor de wereld’, dat zijn de woorden waarin het denken van Hannah Arendt zich laat vangen, dat is wat dit denken bewoog. Amor mundi, dat behelst bij Arendt de zorg om de pluraliteit, de bereidheid om samen te leven met andersdenkenden en vreemden met wie we de wereld delen. Maar die amor mundi is er niet zomaar, die komt niet uit de lucht vallen, sterker nog: veel reden geeft die mundus, die wereld niet om haar lief te hebben, zeker niet voor Hannah Arendt, de Joodse vluchtelinge voor het naziregime, de schrijfster van The Origin of Totalitarianism en Eichmann in Jerusalem, boeken waarin het woord liefde niet of nauwelijks voorkomt. Waar haalt Hannah Arendt die liefde dan vandaan?
Een deel van het antwoord op die vraag ligt besloten in haar proefschrift, Het liefdesbegrip bij Augustinus, dat hier in Nederlandse vertaling verschijnt. Dit proefschrift is een kritische bezinning op de wijze waarop Augustinus de liefde doordenkt en doorleeft, van de bedrieglijke amor mundi naar de onbedrieglijke amor dei, de liefde tot God, tot de poging die laatste in de naastenliefde te integreren in de wereld. Kritisch, want terwijl Augustinus in de liefde tot God de wereld verzaakt en de naastenliefde voor hem problematisch wordt, begint Arendt bij die laatste, bij de vita socialis, het sociale leven, dat voor haar de hele amor mundi opent. Kritisch en toch liefdevol, want bij alle afzet blijft Augustinus voor Arendt haar leven lang haar goede vriend en beschermheer, aan wie ze niet alleen het begrip amor mundi, maar ook haar grondbegrip van de nataliteit, van de geboortelijkheid, van het feit dat we als mens steeds de vrijheid hebben een nieuw begin te maken, te danken heeft. Of, zoals het bij Augustinus heet: Initium ut esset homo creatus est – ‘De mens werd geschapen opdat er een begin zij’. Wat Hannah Arendt betreft is het getuige dit proefschrift mede met Augustinus begonnen.
'HeT strenge, dogmatische denken van Augustinus lijkt ver van ons af te staan, maar Arendt herkent dat de kerkvader met dezelfde vragen over de spanning tussen gemeenschap en enkeling worstelde als hedendaagse denkers. Zijn 'ongerijmdheden' kunnen daardoor nog altijd vruchtbaar worden gemaakt, zoals Arendt hier op virtuoze wijze demonstreert.' ????
TrouwAmor mundi, ‘liefde voor de wereld’, dat zijn de woorden waarin het denken van Hannah Arendt zich laat vangen, dat is wat dit denken bewoog. Amor mundi, dat behelst bij Arendt de zorg om de pluraliteit, de bereidheid om samen te leven met andersdenkenden en vreemden met wie we de wereld delen. Maar die amor mundi is er niet zomaar, die komt niet uit de lucht vallen, sterker nog: veel reden geeft die mundus, die wereld niet om haar lief te hebben, zeker niet voor Hannah Arendt, de Joodse vluchtelinge voor het naziregime, de schrijfster van The Origin of Totalitarianism en Eichmann in Jerusalem, boeken waarin het woord liefde niet of nauwelijks voorkomt. Waar haalt Hannah Arendt die liefde dan vandaan?
Een deel van het antwoord op die vraag ligt besloten in haar proefschrift, Het liefdesbegrip bij Augustinus, dat hier in Nederlandse vertaling verschijnt. Dit proefschrift is een kritische bezinning op de wijze waarop Augustinus de liefde doordenkt en doorleeft, van de bedrieglijke amor mundi naar de onbedrieglijke amor dei, de liefde tot God, tot de poging die laatste in de naastenliefde te integreren in de wereld. Kritisch, want terwijl Augustinus in de liefde tot God de wereld verzaakt en de naastenliefde voor hem problematisch wordt, begint Arendt bij die laatste, bij de vita socialis, het sociale leven, dat voor haar de hele amor mundi opent. Kritisch en toch liefdevol, want bij alle afzet blijft Augustinus voor Arendt haar leven lang haar goede vriend en beschermheer, aan wie ze niet alleen het begrip amor mundi, maar ook haar grondbegrip van de nataliteit, van de geboortelijkheid, van het feit dat we als mens steeds de vrijheid hebben een nieuw begin te maken, te danken heeft. Of, zoals het bij Augustinus heet: Initium ut esset homo creatus est – ‘De mens werd geschapen opdat er een begin zij’. Wat Hannah Arendt betreft is het getuige dit proefschrift mede met Augustinus begonnen.