In Ons geluksideaal traceert Carl Cederström de oorsprong van het geluksideaal van ‘helemaal doen wat je zelf wilt’. Dat heeft volgens hem zijn beste tijd gehad sinds Harvey Weinstein en Donald Trump zich erop beroepen. Zelf noemt Cederström zijn boek dan ook ‘een overlijdensbericht’.
Door Leonie Breebaart van Trouw
“Ik was al veel langer bezig met het westerse idee van geluk als zelfontplooiing”, vertelt hij. “Toen zagen we dat Trump had gewonnen. Hij stond in de Hilton Ballroom en zei: ‘Ik ben mijn hele leven op zoek geweest naar de onbenutte potentie van projecten en mensen’. Ik wist niet wat ik hoorde. Dat was precíes het ideaal van de human potential movement, waar ik die dag college over zou geven. Het was november, door een sneeuwstorm waren alle buslijnen opgeheven. Maar het verband tussen Trump en ons geluksideaal werd me ineens zonneklaar.”
Maar dat Trump zo’n woord kaapt, betekent toch niet dat het verkeerd is je potentie te
benutten? Kunnen studeren, mogen werken, dat blijft toch belangrijk, juist voor vrouwen?
“Natuurlijk, ik wil het kind niet met het badwater weggooien. Maar toen Trump begon over
onbenutte potentie, besefte ik hoe ver dat ideaal inmiddels afstaat van zijn oorspronkelijke betekenis. Hoe cynisch het is gaan klinken. Heel anders dan Aldous Huxley het eind jaren vijftig bedoelde. Voor hem maakte zelfontplooiing deel uit van een maatschappelijk ideaal dat iedereen tot zijn recht moest laten komen.”
Een logische reactie op de burgerlijke moraal van toen.
“Ja, in de jaren vijftig gold er een ander geluksideaal, namelijk dat van veiligheid, zekerheid,
huiselijkheid. De vrouw bleef thuis om voor man en kinderen te zorgen. Dat ideaal bekritiseert
Betty Friedan in ‘The Feminine Mystique’ (1963). Ze verbaast zich erover dat steeds minder
vrouwen gaan studeren of werken, terwijl dat economisch gezien had gekund. Waarom deden
vrouwen zo weinig met hun talent? Pas in de late jaren zestig werd het ideaal van
zelfverwerkelijking een grote beweging. Jongeren accepteerden het burgermansbestaan niet meer. Ze zochten alternatieven in spirituele trainingen en seminars, in yoga en nieuwe psychologie. Ze zochten hun authentieke zelf.”
Wat maakte dat ideaal zo succesvol?
“Nieuw was vooral dat er psychologen opstonden die iedereen geluk beloofden. Geïnspireerd
door de radicale psychoanalyticus Wilhelm Reich beloofden ze seksuele en existentiële bevrijding uit de repressieve samenleving. Dat zou Freud nooit beloven. Die beschouwde geluk als iets dat moeilijk te bereiken is. De nieuwe tegencultuur bood dus meer hoop.”
Lees verder in Trouw of bekijk meer informatie over dit boek
Ons geluksideaal
In het boek ‘Ons geluksideaal’ onderzoekt Carl Cederström onze opvatting van geluk, die is geworteld in de vroeg twintigste-eeuwse Europese psychiatrie, de tegencultuur van de jaren zestig, en de huidige hedonistische consumentencultuur. Authenticiteit, genot en zelfontplooiing vormen het hart van dit geluksideaal – en voor ons geluk zijn we zelf verantwoordelijk. Multinationals en reclamebureaus hebben zich meester gemaakt van deze ooit revolutionaire ideeën, en dringen ons levens op die steeds meer onbevredigend, onzeker en narcistisch zijn. Cederström laat zien dat er in ons tijdperk van schaarste en sociale verdeeldheid een nieuwe, radicale droom van geluk ontstaat. Tegenover het hedonisme en individualisme van de vorige generaties stelt hij een andere visie op het goede leven, gekenmerkt door een grotere betrokkenheid op de wereld. Als we ons laten leiden door liefde, vriendelijkheid en solidariteit, kunnen wij onszelf en onze maatschappij opnieuw uitvinden.