We zijn helemaal niet gelijk en dat is niet erg

Gelijke kansen, wie gelooft er niet in? Maar volgens socioloog Kees Vuyk bevordert het gelijkheidsethos een kille samenleving. In De feilbare mens keert hij zich fel tegen de opvatting dat wie succesvol is, dat volledig aan zichzelf te danken heeft, en wie faalt in het leven ook. Dit mensbeeld leidt namelijk tot een almaar groeiende economische en intellectuele ongelijkheid.
Door Leonie Breebaart van Trouw

“Intelligentie is niet alles. Er zijn intelligente mensen die hele domme dingen doen. Denk maar aan die slimme bankiers, die de kredietcrisis niet zagen aankomen. Zelf vind ik plastic een goed voorbeeld. Plastic is een geweldig succesvolle uitvinding: licht, goedkoop, je kunt dingen langer bewaren. Maar het afval krijg je niet meer weg en dat merken we nu pas. Succes leidt vaak tot een tunnelvisie, ook bij intelligente mensen: ze erkennen de nadelen niet meer. Die tunnelvisie zie je ook bij het idee van gelijke kansen voor iedereen. Het leek de oplossing voor alles, maar wat gebeurt er als mensen die kansen niet kunnen waarmaken? Dan kijkt niemand naar ze om.”

U wilde weten hoe diep dat gelijkheidsdenken zit. Toen kwam u uit bij het christendom.

“Een belangrijke bron is inderdaad het christendom. Er zijn een heleboel filosofen die daarop wijzen, ook overtuigde atheïsten zoals Alain Badiou en Slavoj Zizek. Als christen ben je niet in de eerste plaats lid van de gemeenschap, dus knecht-van, of dochter-van, je hebt allereerst een band met God. Die relatie doorkruist sociale verhoudingen, die vaak juist hiërarchisch geordend zijn. In de antieke wereld moet dat heel bevrijdend zijn geweest, want je kon destijds niet zomaar doorgroeien op grond van individueel talent. Dat God jou zag áls individu, dat was een vrij revolutionaire boodschap. Je werd niet langer gedefinieerd door je positie.”

Lees verder in Trouw of bekijk meer informatie over dit boek.