Vervolgverhaal Trauma – Deel 3

Lees hier een fragment uit Trauma

Ik moet van hem leren

Toen ik psychiater in opleiding was, had ik het geluk dat ik een aantal uitstekende artsen als supervisor had. Ze kwamen goed van pas toen me de gecompliceerde patiënten werden toegewezen die me de kneepjes van het vak leerden – wanneer ik moest vragen om een magnetic resonance image (mri) bijvoorbeeld, of hoe ik het beste bepaalde medicijnen en andere therapeutische technieken kon gebruiken. Mij was een jongeman toegewezen die moeite had om te stoppen met drinken. Destijds dronk hij levensbedreigende hoeveelheden, terwijl hij eerder lange tijd met mate had gedronken. Feit was dat hij drinken haatte – behalve dan af en toe een biertje met zijn maten na de baseballtraining. Deze man was gek op baseball. Hij immigreerde als kind naar de Verenigde Staten, woonde bij zijn oom en tante en kon daar maar moeilijk wennen. Zijn oom en tante deden hun uiterste best om hem te helpen, maar hij was verlegen en onhandig, en hij had het moeilijk. Hij had de innigste band met zijn tante, die straalde van trots over al zijn prestaties. Ze sprak alleen de taal van het land dat ze een kwarteeuw eerder had verlaten en mijn patiënt hielp haar met zijn kennis van de Engelse taal te navigeren door het leven in de Verenigde Staten. Alles in zijn leven veranderde toen hij in zijn tienerjaren baseball ontdekte. Hij had zich daar nog nooit aan gewaagd tot iedereen in een gymklas gedwongen werd om het spel te leren op verschillende posities. Omdat hij zowel zelfvertrouwen als een natuurlijke aanleg voor sport miste, voelde mijn patiënt zich bij voorbaat al nog onhandiger en buitengesloten, maar tot zijn verbazing merkte hij dat hij er heel goed in was. En niet alleen was hij een held op het veld – hij was ook goed in de planning en strategie die bij baseball komen kijken. Zo kon hij een leider in deze sport worden. Het gevolg was dat hij het respect kreeg van zijn klasgenoten waarnaar hij zo had verlangd, en ook de aandacht van meisjes
die hem nog nooit hadden zien staan. Al deze beloningen maakten baseball des te leuker. Hij was vol energie en moedigde anderen tijdens trainingen aan, waardoor het team levendiger werd en vaker won. Zijn tante en andere bewonderaars keken vaak op de tribune naar de trainingen van het team en ook hun gaf hij energie en bemoediging.

 

 

Zijn zelfvertrouwen, sociale leven en carrière gingen er flink op vooruit en hij voelde zich op zijn gemak met zijn plek in de wereld. Daar kwam allemaal abrupt een eind aan toen hij een ziekte kreeg die levensbedreigend was. En alsof dat nog niet erg genoeg was, maakte de ziekte een eind aan zijn fysieke coördinatie, zodat hij geen baseball meer kon spelen. De man was gebroken. Hij had het idee dat baseball hem alles had gegeven. Wat hij niet zag, was dat baseball niet meer dan een vehikel was dat hem alles in zichzelf liet zien. Hij kon niet zien dat leiderschap, intelligentie, goedgehumeurde aanmoediging en humor allemaal bij hem hoorden.

Hij dronk om zichzelf te straffen omdat hij een mislukkeling was. Hij beschouwde zijn ziekte als zijn eigen schuld en gebruikte alcohol om zijn levenseind te bespoedigen. Ik voelde me totaal niet in staat om hem te helpen, maar ik had een bijzonder slimme supervisor – die vaak oplossingen zag die anderen niet zagen – en die kwam met een diepzinnige suggestie die alle verschil uitmaakte. Hij zei gewoon: ‘Laat hem je iets leren.’

Ik herinner me dat ik later op die middag in mijn kantoor zat en nadacht over het hele plaatje dat ik had gemist. Mijn patiënt
schaamde zich en dacht dat hij tekortschoot. En daar was ik – in zijn ogen sterk en gezond – die hem probeerde te helpen, maar
omdat hij mij moest zien, voelde hij zich alleen maar slechter over zichzelf. Dus besloot ik om iets van hem te leren – iets waarover hij zich trots kon voelen.

Een aantal weken later had hij me een paar woorden geleerd in de taal die hij deelde met zijn tante. Ik kon ze goed uitspreken en zelfs een paar korte zinnetjes vormen. Het was niet gemakkelijk, maar ik had geprofiteerd van zijn enthousiasme en aanmoedigingen, het feit dat hij begreep waar ik problemen mee had en me hier en daar precies de juiste aanwijzingen kon geven. Ik had baat gehad bij zijn geduld en gevoel voor humor, maar het was ook fijn om te zien dat hij zich zo goed voelde als me iets was gelukt.

Zijn tante kwam zo’n twee maanden later mee naar een sessie. Ik kon haar in haar eigen taal begroeten en mijn patiënt straalde van trots, ook al worstelde ik met de woorden. Hij hielp me tactvol verder en we voelden ons net twee jonge kerels die wilden opscheppen tegen een gerespecteerde oudere, die trots was op ons allebei. Ze was vooral trots op haar neefje, die zijn dokter iets belangrijks had geleerd. Daarna konden we hem eindelijk minder laten drinken. Ik moest iets van hem leren. Ik moest toestaan dat hij me hielp en ondertussen kon hij mij hém laten helpen.

We hebben allemaal zo veel potentieel in ons. We verdienen allemaal de mogelijkheid om uit te zoeken waar onze interesses liggen, de wereld om ons heen te leren kennen en ons te ontplooien. Tegelijkertijd zijn we allemaal gevoelig voor schaamte, we kunnen ontmoedigd raken en onszelf straffen wanneer we medeleven verdienen en het dan opgeven. We hebben allemaal weleens hulp nodig en er zijn momenten waarop we die hulp heel dringend nodig kunnen hebben. Het fantastische nieuws is dat het sterkste instrument dat we tot onze beschikking hebben,
werkelijk menselijk contact is. Dat is een instrument dat we allemaal kunnen verfijnen, zodat we anderen daar geweldig mee kunnen helpen.

Reflectie

Denk eerst eens aan een keer dat je met iets ophield wat je heel graag deed, uit schaamte of zelfkritiek. Hoe was het om die activiteit in je leven te missen? Denk dan eens terug aan een tijd waarin de kracht van contact je herinnerde aan een paar van je betere eigenschappen. Wie hielp je daaraan herinneren? En hoe deden ze dat?

 

Over de auteur

Paul Conti is psychiater en werkte aan de universiteiten van Stanford en Harvard, voordat hij zijn eigen kliniek in Portland, Oregon, begon. ‘Trauma. De verborgen epidemie’ is zijn eerste boek.